Tuinen

De terrassentuin van Warnsborn te Arnhem

Van de omstreeks 1915 door de bekende tuinarchitect H. Copijn aangelegde terrassentuin op de buitenplaats Warnsborn was in het midden van de jaren negentig van de twintigste eeuw nagenoeg niets meer zichtbaar. Diep verscholen onder het gras van een schapenweide en overgroeid door een kerstboomplantage lagen er nog enkele restanten van gestapelde natuurstenen keermuren en betonnen waterbassins. Tegelijk met de restauratie van de aangrenzende oranjerie en de ingebruikname als ruimte voor feesten en partijen ontstond de kans om de verwaarloosde terrassentuin (en de nabijgelegen rotsvallei) geheel naar oude staat te herstellen.

SB4 kreeg de opdracht van Het Gelders Landschap om op basis van tuinhistorisch, archeologisch en luchtfoto-onderzoek de oude lijnen te traceren en opnieuw in het terrein uitzetten. Aansluitend stelde SB4 een historisch verantwoord beplantingsplan op, waarbij oude foto’s van de tuin en historische kwekerscatalogi de nieuwe aanplant bepaalden.

Met het herstel van het historische beeld van de tuin inclusief herstel van de oude beplanting is een bijzonder fraai geheel ontstaan. De restauratie van de terrassentuin met aangrenzende oranjerie werd door de Vereniging Stadsschoon Arnhem dan ook gekozen als beste bijdrage aan het stadsschoon in 2002. Daarnaast werd het werk in 2004 door Europa Nostra onderscheiden met een award vanwege ‘the glorious revival of a decayed Arts and Crafts Garden through scrupulous botanical, historical and archaeological research’.

Hortus Botanicus Amsterdam

De Hortus Botanicus is één van de groene oases in de stad Amsterdam. Van 1646 tot 1656 was Johannes Snippendaal prefect van de Hortus in Amsterdam. Hij publiceerde in het najaar van 1646 een catalogus van de op dat moment in zijn tuin aanwezige planten. 360 jaar later heeft de huidige Hortus besloten om een tuingedeelte van circa 250 vierkante meter in te richten met de planten uit de collectie van Snippendaal. Na een besloten prijsvraag werd aan SB4 de opdracht gegeven hiervoor een tuinontwerp te maken. Door aan te sluiten op het zeventiende-eeuwse gebruik van strakke langwerpige plantbedden en tegelijk goed in te spelen op de omgeving van de plek is zowel een heldere opzet van de tuin als een goede inpassing in de totale Hortus ontstaan. Een oude vijgenboom vormt het aangename centrum van de tuin. Door de plantbedden deels te verhogen is een aangenaam ruimtelijk spel gecreëerd én zijn de kleinere planten beter zichtbaar.

Villatuinen in het begin van de 20ste eeuw

Ons land kent een groot aantal villatuinen die onder architectuur werden aangelegd. In veel gevallen werden die tuinen tegelijk met de villa volgens één stijlopvatting ontworpen. Soms gebeurde dat door de architect van de woning, veelal ook door de in die tijd opkomende beroepsgroep van tuin- en landschapsarchitecten. Concentraties van villatuinen uit periode 1900-1940 bevinden zich in de periferie van stads- en dorpskernen en vooral in speciaal voor gegoede burgers aangelegde, suburbane wijken. Bekende voorbeelden treffen we aan in het Gooi, in de regio Bloemendaal-Heemstede-Aerdenhout, en in Wassenaar, maar bijvoorbeeld ook in Haren bij Groningen en op de Utrechtse Heuvelrug.

De in het begin van de twintigste eeuw aangelegde villatuinen zijn inmiddels in veel gevallen meer dan 100 jaar oud. Elke tuin maakte in die periode haar eigen, sterk door de eigenaar beïnvloedde, ontwikkeling door. Hoewel vele tuinen als gevolg van een herinrichting onherkenbaar zijn geworden of zijn verdwenen, bestaan er nog altijd een aantal waarvan de aanleg en de beplantingen nauw aansluiten bij hetgeen men zich destijds heeft voorgesteld. Dit zijn de tuinen die als cultuurhistorisch waardevol aangemerkt zouden moeten worden en in aansluiting daarop gekoesterd en bewaard. De vraag is echter welke tuinen het betreft.

Om daarop een antwoord te kunnen geven heeft SB4 met dit onderzoek inzicht gegeven in de opvattingen, ideeën, mogelijkheden, stijlen en stromingen van destijds en anderzijds in de hedendaagse bescherming als monument. Daarnaast is uitvoerig ingegaan op de sociaaleconomische context van de villatuinen en van de tijd en regio waarin zij zijn ontstaan. Naast de algemene situatie in Nederland is speciaal gekeken naar ruim 120 villatuinen in de regio’s Het Gooi, Wassenaar en Kennemerland. De resultaten zijn gepubliceerd in boekvorm: Eric Blok & Birgit Lang, Villatuinen in Nederland  1900-1940, een uitgave van de Rijksdienst Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten i.s.m. SB4 (ISBN 978-90-76046-57-0). Het boek verscheen in oktober 2009 en is zowel in de vakwereld als bij tuineigenaren zeer enthousiast ontvangen. Daardoor was de eerste druk binnen 4 maanden geheel uitverkocht.

Het boek beschrijft een groot aantal typische stijlkenmerken en elementen van de vroege 20e-eeuwse villatuin, waardoor het herkennen en duiden van deze tuinen wordt vereenvoudigd. Daardoor kunnen de cultuurhistorische waarden van villatuinen uit de eerste helft van de twintigste eeuw nauwkeuriger dan voorheen worden vastgesteld. Tegelijkertijd worden praktische aandachtspunten gegeven voor beheer en restauratie van dergelijke tuinen, zodat zij hun bijzondere en aantrekkelijke kwaliteiten kunnen blijven behouden.