Thematisch onderzoek SB4

Thematisch onderzoek

Firma F.J. Moerkoert

Bij het werk voor de buitenplaats De Ruiterberg in Doorn stuitte SB4 op het fenomeen van ‘cementrustiek’ en op het werk van de firma F.J. Moerkoert uit Utrecht (later De Bilt). Deze firma, die in 1836 is ontstaan en tot ongeveer 1925 werkzaam was, legde zich vanaf omstreeks 1870 toe op het vervaardigen van kunstmatige rots- en waterwerken. Met behulp van ijzer, kippengaas, cement en beton werden natuurgetrouwe rotspartijen en grote vijvers aangelegd, alsmede wandbekledingen in serres en wintertuinen.

Geraakt door deze bijzondere werkwijze, de relatieve onbekendheid van dit fenomeen en de kwetsbaarheid van het materiaal probeert SB4 zoveel mogelijk gegevens over de firma Moerkoert en haar werken te verzamelen. Daarbij wordt zowel gekeken naar wat er is, als naar wat er was. De bedoeling is om tot een publicatie te komen.

Vier generaties tuinarchitecten Vroom

De familie Vroom is in de provincie Groningen vooral bekend geworden door de slingertuinen die zij ontwierp bij grote herenboerderijen. Hun ontwerpen voor stadsparken, instellingsterreinen en villatuinen zijn veel minder bekend. De aanleiding voor dit onderzoek naar vier generaties tuinarchitecten binnen de familie Vroom was dan ook de restauratie van de slingertuin bij de Geertsemaheerd in Slochteren door Stichting Woonhuismonument Groningen en de herbestemming van deze boerderij tot erfgoedlogies en gelegenheid voor het houden van bijeenkomsten, vergaderingen en conferenties.

Het onderzoek richtte zich op de tuinarchitecten Geert Kornelis Vroom (1801-1876), Melle Geert Vroom (1829-1913), Jan Vroom sr. (1855-1923) en Jan Vroom jr. (1893-1958). Naast hun biografieën werden overzichtslijsten van hun werken opgesteld, waarbij de tuinen zoveel mogelijk gelokaliseerd zijn om hun huidige toestand te beoordelen. Het resultaat is een interessant overzicht van ruim 100 jaar Groningse tuinarchitectuur en een lijst met beschermenswaardige tuinen en parken. Daarnaast bewijzen de gegevens, die vooralsnog in rapportvorm beschikbaar zijn, hun nut bij herstel en restauratie. Een uitgebreide publicatie is in voorbereiding.

Thematisch onderzoek SB4

Oogst en zaaigoed: historische moestuinen in Utrecht

Iedereen heeft wel een beeld bij een historische moestuin. Die plek achter de tuinmuur waar verse groenten worden gekweekt, de bessen hangen te rijpen en de snijbloemen voor een kleurig tafereel zorgen. In opdracht van Provincie Utrecht deed SB4, tezamen met moestuindeskundige Taco IJzerman en met inbreng van eigenaren en experts, onderzoek naar de stand van zaken ten aanzien van historische moestuinen in Utrecht. In het verleden moeten er honderden moestuinen zijn geweest. De enkele tientallen die nog bestaan hebben moeite om het historische beeld met zaai- en kweekbedden in stand te houden. En elke moestuin is anders: ingericht als theetuin, voor bruidsrapportages, als therapeutische activiteit, als decor van een museale collectie of echt nog om groenten te kweken.

Het rapport zal te raadplegen zijn op de website van de provincie Utrecht.

Thematisch onderzoek SB4

Utrechtse Buitenplaatsbiotoop

Waar provincie Zuid-Holland een landgoedbiotoop kent, heeft de provincie Utrecht de laatste jaren aan een buitenplaatsbiotoop gewerkt. SB4 heeft deze in de periode 2013–2015 voor de provincie geïnventariseerd: elf clusters of zones van buitenplaatsen, waaronder de Stichtse Lustwarande, de buitenplaatsen rondom Baarn en de Langbroekerwetering. Voor elke zone werden vaste ingrediënten in kaart en GIS gebracht, zoals bebouwing, waterpartijen, zichtlijnen en parkomvang. Hieruit bleken niet alleen de sterke verschillen per buitenplaats, maar ook de onderscheidende kenmerken tussen de zones.

Naast de inhoudelijke opgave is aandacht besteed aan een zorgvuldig proces, om kennis en draagvlak bij betrokken partijen (provincie, gemeenten en eigenaren) te verkrijgen. Voor iedere buitenplaatszone zijn op locatie twee bijeenkomsten met gemeenten en eigenaren georganiseerd: een eerste startbijeenkomst over de inhoud en status van het instrument en een tweede overlegmoment waarbij de reacties van de betrokkenen op het concept besproken werden.

Thematisch onderzoek SB4

Van Paterstuin tot Koningsbosch: kloostertuinen in Nederland

Ze vallen minder op dan buitenplaatsen of stadsparken: kloostertuinen. Dat kan zijn omdat ze verscholen gaan achter hoge muren, maar niet omdat er weinig kloostertuinen zijn. Vrijwel elk klooster had een tuin, die werd gebruikt voor het kweken van voedsel, aanbidding of verpozing.

In Nederland zijn zo’n 25 kloostertuinen beschermd als rijksmonument. Op verzoek van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zijn deze door SB4 bezocht, met oog op drie hoofdvragen: is de monumentenomschrijving actueel, hoe is de staat van de tuin en welke lessen zijn te trekken in relatie tot herbestemming van kloosterterreinen. Onder de titel ‘Van Paterstuin tot Koningsbosch…’ zijn de bevindingen verschenen in een fraaie publicatie van de RCE, die voor een ieder is te downloaden op www.cultureelerfgoed.nl.

Thematisch onderzoek SB4