Buitenplaatsen en landgoederen

De ‘s-Gravelandse buitenplaatsen

Op de grens van het Gooi en de Vechtplassen ligt een 17e-eeuws buitenplaatsenlandschap. Een groep welgestelde Amsterdammers verdeelde in 1634 de gronden in 27 rechte percelen grond en bouwden hier de eerste boerderijen. In de daarop volgende eeuwen groeide dit gebied uit tot een vrijwel aaneengesloten reeks van buitenplaatsen en ontstond een uniek cultuurlandschap met monumentale huizen en indrukwekkende parken waar jaarlijks vele bezoekers komen recreëren en genieten van historie en natuur.

Vanaf de jaren dertig van de 20e eeuw verwierf Vereniging Natuurmonumenten hier 10 buitenplaatsen. Na een periode van voornamelijk natuurlijk beheer is in 2008 gekozen voor herstel en herontwikkeling van de cultuurhistorische waarden in zorgvuldige balans met ecologie en (recreatief) gebruik. Voor al deze terreinen heeft SB4 herstelplannen opgesteld. In het door SB4 opgestelde totaalontwerp is gewerkt met in ruimte en tijd begrensde deelprojecten, waaraan een prioritering en volgorde is gekoppeld. Deze deelprojecten zijn gefaseerd uitgevoerd.

Trompenburg

Met het voorgenomen herstelplan als aanleiding bracht SB4 de terreingeschiedenis van deze roemruchte buitenplaats Trompenburg in beeld, in nauwe samenhang met de bouwgeschiedenis en ruimtelijke manifestatie van de gebouwen op het terrein. Het totaalbeeld, compleet gemaakt met de laatste onderzoeksgegevens gaven verrassende nieuwe inzichten in het oorspronkelijke ontwerp van de buitenplaats. Niets lijkt aan het toeval overgelaten en huis, waterpartijen, eilanden, parterretuinen, lanen en boomgaard zijn minutieus in samenhang gecomponeerd. De buitenplaats kent een uitzonderlijk verhaal en is exemplarisch voor de uitgekiende wijze waarop tuinen aan het eind van de 17e eeuw door de Nederlandse elite werden vormgegeven. In de polder van ’s-Graveland is Trompenburg thans de meest gaaf bewaarde classicistische tuinaanleg, en bovendien is een dergelijke gaafheid van classicistische structuren in Nederland zeldzaam geworden. Het rapport is door de opdrachtgever met enthousiasme ontvangen en heeft nadien gediend als voorbeeldproject bij het opstellen van richtlijnen voor tuinhistorisch onderzoek en als basis voor het herstelplan voor het park van deze buitenplaats.

Het Glorieuxpark te Eindhoven

In 2012 ontving Kerkelijke instelling Erfgoed Glorieux de Henri van Abbe-penning ‘vanwege de voortreffelijke wijze waarop deze instelling de restauratie van huize “De Burgh” heeft gerealiseerd’. Wat betreft de tuin droeg SB4 hieraan bij door het opstellen van een masterplan en een herstelplan voor de representatieve terrassentuin aan de voorzijde van het hoofdgebouw. De in 1912 gestichte villa met park wordt sinds 1936 als klooster gebruikt en ontwikkelt zich thans naar een breder woonzorgcentrum. In het masterplan is een integraal streefbeeld voor het park geschetst, waarin het versterken van de historische kwaliteiten samengaat met een op het gebruik als zorginstelling aangepaste inrichting en een praktisch beheer.

De Breul te Zeist

Buitenplaats De Breul is omstreeks 1825 ontstaan en voorzien van een fraai park in landschapsstijl. Thans is de buitenplaats verdeeld over meerdere eigenaren. Het hoofdhuis wordt gebruikt als kantoor. Een belangrijk deel van het park is in handen van Het Utrechts Landschap, die dit terrein openstelt voor publiek. Om achterstallig onderhoud weg te werken, de sierwaarde te verhogen en een meer toekomstgerichte aansturing aan het beheer te geven, maakte SB4 een herstelplan gebaseerd op cultuurhistorische kwaliteiten, natuurwaarden en de recreatieve betekenis. Onderzoek, inventarisatie en actuele beheervragen hebben geleid tot een toekomstvisie die vertaald is in een ruimtelijk ontwerp. Soms betreffen de geadviseerde maatregelen een snelle interventie, in andere gevallen betreft het een beheerstrategie die op langere termijn en meer geleidelijk tot het gewenste resultaat zal leiden.

In het ontwerp voor De Breul is vooral ingezet op herstel van de ruimtelijkheid en de sierwaarde van het park. Dit betekent het open maken van vergezichten, het opschonen van oevers en het toevoegen van sierlijke heesters. De fraaie slingervijver komt weer volledig tot zijn recht. Voor het huidige gebruik zijn enkele paden verlegd en is de parkeergelegenheid aangepast. Tezamen met het vervangen van laanbomen en het plaatsen van nieuwe banken is het park opnieuw een fijne wandelplaats geworden.

De Mattemburgh te Woensdrecht

Naast de snelweg tussen Rotterdam en Antwerpen ligt even ten zuiden van Bergen op Zoom de buitenplaats Mattemburgh, thans eigendom van Stichting Het Brabants Landschap. SB4 heeft voor dit terrein een integraal streefbeeld opgesteld, waarin herstel van historische kwaliteiten samengaat met een logische ruimtelijke organisatie, een recreatief en ecologisch gebruik en een praktisch beheer van het park. Vanuit de bijzondere waarden van de buitenplaats is hier gekozen voor het zo dicht mogelijk benaderen van de 19e-eeuwse situatie. Vanaf 1845 werd namelijk onder leiding van Louis Cuijpers de buitenplaats aangelegd en in 1855 was de landschappelijke tuin, ontworpen door de Antwerpse (tuin)architect Emmanuel van Cuyck, grotendeels gerealiseerd. In de jaren ‘70 van de 19e eeuw werd geïnvesteerd in de moestuin en de oranjerie, waarbij de tuin naar het zuiden werd uitgebreid om de coniferencollectie een plek te geven. Het unieke karakter van de Mattemburgh, samengesteld uit de kleurige mozaïekperken, de oude kuipplanten, de bijzondere boomsoorten en de zichtlijnen in het landschappelijke park, vormt het tafelzilver voor de toekomst. Om de kuipplanten een zorgvuldige winterberging te bieden én nieuwe recreatieve functies op de buitenplaats een plek te geven, is door SB4 bijgedragen en getekend aan een zorgvuldige inpassing van een nieuwe oranjerie en parkeerplaats.

‘t Was eer een duister oord, in nare en doodsche streken;
Men hoorde met veel schrik, van ‘t eenzaam oord soms spreken.
O welk neen ommekeer, wat wisselt niet de tijd?
Wat wordt niet daargesteld, door menschelijken vlijt?
Wat was er toch te zien, vóór slechts één tiental jaren?
En nu een bouw, waar ‘t oog met wellust op kan staren;
Een Buitenplaats vol smaak, een wereldsch paradijs,
Een hof van lusten ja! op onderscheiden wijz’, –
Hoe overheerlijk zijn de tuinen, paden, dreven,
Die gij, door noester vlijt, uit ‘t niet hebt zien herleven?
Uit ‘t niet? – een beijert was ‘t O ja! – geen woester oord
Dan dit was elders nog aan oost- of westerboord.

Lofdicht door J.B. Krüger, 1855.

Mattemburgh

Beekhuizen bij Velp

Het spirituele wandelpark van J.F.W. baron van Spaen uit het eind van de 18e eeuw herleeft door de toevoeging van enkele krachtige nieuwe elementen naar ontwerp van SB4. In de loop van de 20e eeuw had het terrein aan allure en beleving ingeboet en eigenaar Natuurmonumenten wilde het park in oude luister herstellen en tegelijk aanpassen aan de actuele wensen en eisen. Het ooit als ‘Geldersch Arcadië’ aangeduide terrein heeft daarmee de grandeur van weleer gekregen door onder meer de plaatsing van nieuwe banken en bruggen en door herkenbare parkentrées. Aan de kop van de Grote Vijver is een robuuste zitplek gemaakt met fraai uitzicht op de tegenoverliggende waterval.

Net zoals de contemplatieve wandeling langs de beek is de top van de Keienberg een plek voor bezinning. Het oude spiraalvormige pad leidt de bezoeker opnieuw naar boven, waar hem een door SB4 ontworpen zitplek wacht. Een dikke cortenstalen wand geeft beschutting, richt het uitzicht naar het dal van de IJssel en markeert tegelijk de 16 voormalige zichtlijnen vanaf de hoge heuvel. De openingen zijn vensters op het landschap en verbeelden met hun ritme en plaatsing het openingsmotief ‘pa-pa-pa-paa pa-pa-pa-paaaaa’ van de 5e symfonie van L. van Beethoven, een tijdgenoot van Van Spaen. Dit muziekstuk, ook wel aangeduid als ‘noodlots-symfonie’ en voorzien van de tekst ‘per aspera ad astra’ (langs moeilijke wegen bereikt men de sterren), is een letterlijke verwijzing naar de klim vanuit het donkere bos naar de zonnige heuveltop en sluit symbolisch aan bij het gedachtengoed van Van Spaen, die streefde naar ontstijging van het alledaagse en zelfontplooiing van de mens. Ook is deze melodie de roep van de geelgors; een vogel die hier in de bosrand thuishoort.

Het herstelplan voor Beekhuizen is een bijzonder veelomvattend en ambitieus plan geworden, waarmee is ingezet om een aangenaam wandelpark te creëren met de grandeur van vroeger en eigentijdse verwijzingen naar het verleden. Vernieuwing van beplantingen en paden dragen bij aan de gewenste sfeer en beleving.

Hof te Dieren

Op verschillende vlakken mocht SB4 een bijdrage leveren aan het Hof te Dieren. Zo werd voor de gemeente Rheden de inpassing van de ‘traverse’ begeleid door de consequenties van het plan voor met name de overtuin van het Hof te Dieren in beeld te brengen.

Daarnaast werden de plannen, die landschapsarchitect Michel van Gessel maakte, verder uitgewerkt en in de uitvoering begeleid.

Voor het park werd in opdracht van Stichting Twickel een beheerplan opgesteld, met oog op een meer planmatige realisatie van het renovatieplan en goede aansturing van het onderhoud. De diverse beheermaatregelen zijn ingedeeld per beheergroep en vergezeld van een omschrijving van de huidige situatie (ondersteund door diverse kaarten en foto’s), gevolgd door de doelstellingen met de uitgangspunten en richtlijnen voor het regulier onderhoud.

Om te komen tot een impuls voor de buitenplaats is herbouw van het hoofdhuis aan de orde gesteld. SB4 heeft de ontwerpstadia van architectenselectie tot voorkeursontwerp begeleid en vanuit de groenaanleg van advies voorzien.

In overleg met de eigenaar is subsidie voor instandhouding van monumenten (SIM) aangevraagd en gekregen.

Beeckestijn bij Velsen

Voor  het park van de buitenplaats Beeckestijn introduceert SB4 een virtuele ‘Belevingslijn’ die richting geeft aan gebruik, herstel en beheer van het terrein. Dit element is onderdeel van het versterkingsplan voor Beeckestijn, een park dat sinds het eind van de 18e eeuw behoort tot de belangrijkste parken van Nederland. Binnen het uitgestrekte stelsel van rechte lanen liggen elementen en deelgebieden volgens zeer diverse historische tuinstijlen. In de huidige tijd is het terrein vooral geliefd als  groen stadspark en hondenuitlaatgebied.

De Belevingslijn verbindt de specifieke cultuur- en tuinhistorische attracties binnen het park en verwijst naar een traditioneel buitenplaatsbezoek (entree, ontvangst op het huis, wandeling door de tuin). Een bezoeker aan Beeckestijn volgt deze route en ondergaat een intense ervaring van de rijkdom van het park. De belevingslijn doorkruist de gehele buitenplaats, maar bezoekt niet het gehele terrein en laat daardoor ruimte voor andere, gewenste en gewaardeerde, gebruiksvormen en belevingswijzen. De opzet van het Versterkingsplan is dat de uiteenlopende bezoekers- en gebruikersgroepen, ieder met eigen wensen en verwachtingen, allen iets van hun gading vinden in het terrein, zodat een levendig en divers gebruikt park blijft bestaan. Met kleine aanpassingen, een zorgvuldig beheer, herstel van de historische beplanting, en een vernieuwde uitstraling van de entrees wordt allen een warm welkom geheten.

Twickel te Delden

Stichting Twickel kreeg drie fraaie terreinen in bezit na het overlijden van barones van Heeckeren van Wassenaer in 1975: Twickel, Nettelhorst en Hof te Dieren. Nettelhorst bij Lochem kenmerkt zich door een eenvoudige aanleg rondom de ruïne van het oude huis. Kasteel Twickel in Delden ligt te midden van een uitgestrekt park en versierd landschap. Hof te Dieren betreft een fraai landschapspark op de overgang van Veluwemassief naar IJsselvallei.

Vanaf 2010 heeft SB4 mogen bijdragen aan behoud, herstel en beheer van deze cultuurhistorisch waardevolle parken en landgoederen. Onze bijdragen bestonden onder meer uit tuinhistorisch onderzoek en waardestellingen, inrichtingsschetsen en beheerplannen, begeleiden van uitvoeringsprojecten en ontwikkelingsperspectieven. In 2019 was SB4 intensief betrokken bij de succesvolle aanvraag van instandhoudingssubsidie voor de drie rijksmonumentale terreinen.